Onder welke voorwaarden kunnen uitvoeringssmaatregelen worden genomen tegen een schuldenaar?
1. IN HET BEZIT ZIJN VAN EEN uitvoerbare TITEL DIE BLIJK GEEFT VAN EEN ZEKERE, VASTSTAANDE EN OPEISBARE VORDERING
WAT IS EEN UITVOERBARE TITEL?
Een uitvoerbare titel is een document dat de tenuitvoerlegging mogelijk maakt van de vordering waarop de titel betrekking heeft. Een onderhands document dat ondertekend is door twee personen legt hun afspraken weliswaar vast, maar dit document is op zichzelf niet voldoende om een uitvoerbare titel uit te maken . De bevoegdheid om een uitvoerbare titel uit te vaardigen is op nationaal niveau in Luxemburg voorbehouden aan de rechter, de notaris en bepaalde publiekrechtelijke instanties (zoals de Administration des Contributions Directes [administratie van de directe belastingen], de Administration de l’Enregistrement et des Domaines [Administratie voor registratie en Domeinen], het Centre Commun de la Sécurité Sociale [centraal bureau sociale zekerheid ], plaatselijke autoriteiten, e.d.), elk binnen de hun toegewezen bevoegdheden.
In Luxemburg worden de volgende documenten aangemerkt als uitvoerbare titels:
- rechterlijke beslissingen (bekleed met de formule van tenuitvoerlegging);
- notariële akten (bekleed met de formule van tenuitvoerlegging);
- dwangbevelen (uitvoerbare titels die worden afgegeven door de openbare autoriteiten
Daarnaast bestaan in de Europese Unie de volgende uitvoerbare titels:
- uitvoerbare titels uit een lidstaat van de Europese Unie die voorzien zijn van het certificaat van een Europese executoriale titel;
- het Europese Betalingsbevel.
WAT IS EEN ZEKERE, VASTSTAANDE EN OPEISBARE VORDERING?
Een vordering is zeker als het bestaan ervan niet langer betwist kan worden.
Een vordering is vaststaand als de waarde ervan is uitgedrukt of kan worden uitgedrukt in geld.
Een opeisbare vordering is een vordering waarvan vervaldag is verstreken of waarvan het bestaan niet langer afhankelijk is van een voorwaarde.
WAT IS EEN FORMULE VAN TENUITVOERLEGGING?
De toekenning van de formule van tenuitvoerlegging is een procedure waarbij uitvoerbare kracht wordt verleend aan een titel. Met andere woorden, een titel magalleen ten uitvoer worden gelegd door de rechtshandhavende autoriteiten nadat deze procedure is doorlopen.
Afhankelijk van de aard van de titel - hetzij een rechterlijke beslissing (zoals een vonnis), hetzij een notariële akte die voor de notaris wordt verleden - wordt de formule van tenuitvoerlegging voorzien door de griffie van de desbetreffende rechtbank of door de notaris voor wie de betreffende akte is verleden.
Sommige titels zijn vrijgesteld van deze procedure. Momenteel geldt deze vrijstelling uitsluitend voor buitenlandse executoriale titels uit lidstaten van de Europese Unie die een Europese executoriale titel of Europese Betalingsbevelen uitvaardigen
Nadat de titel is voorzien van de formule van tenuitvoerlegging, wordt deze titel een ‘grosse’ genoemd.
In Luxemburg kan deze formaliteit worden uitgevoerd door gerechtsdeurwaarders.
De verklaring van uitvoerbaarheid wordt als volgt geformuleerd (in vertaling):
“WIJ, HENRI,
Groothertog van Luxemburg, hertog van Nassau,
doen te weten:
[…]
BEVELEN
dat alle daartoe gevorderde gerechtsdeurwaarders dit vonnis (dit arrest, deze beschikking, dit bevel of deze akte) ten uitvoer zullen leggen;
Dat Onze procureur-generaal en Onze procureurs des Konings bij de rechtbanken van eerste aanleg daaraan de hand zullen houden en dat alle bevelhebbers en officieren van de openbare macht daartoe de sterke hand zullen bieden wanneer dit wettelijk van hen vereist is.
TEN BLIJKE WAARVAN,
dit vonnis (dit arrest, deze beschikking, dit bevel of deze akte) is ondertekend en gezegeld met het zegel van de rechtbank van eerste aanleg (het hooggerechtshof, de arrondissementsrechtbank, de administratieve rechtbank, de notaris, enz.).”
2. EEN TITEL DIE DIENT BETEKEND TE WORDEN
HET VONNIS IS NIET LANGER VATBAAR VOOR BEROEP, OF IS UITVOERBAAR BIJ VOORRAAD
In juridisch jargon wordt wel gezegd dat een vonnis in kracht van gewijsde moet zijn gegaan. In eenvoudiger woorden betekent dit dat het vonnis definitief moet zijn, in de zin dat het niet langer aangevochten kan worden door gewone rechtsmiddelen, zoals het instellen van hoger beroep.
De uitvoerbaarheid bij voorraad is een manier om een regeling te treffen voor de periode tussen de uitspraak van het vonnis (en in het bijzonder vanaf het moment van de kennisgeving van het vonnis) en het tijdstip waarop het vonnis in kracht van gewijsde gaat. In principe moet de schuldeiser wachten totdat deze periode is verstreken voordat hij de beslissing ten uitvoer kan leggen, maar de uitvoerbaarheid bij voorraad maakt het mogelijk om deze fase te starten zodra het vonnis is betekend. De uitvoerbaarheid bij voorraad wordt bepaald in het vonnis zelf. De rechter zal alleen de uitvoerbaarheid bij voorraad toestaan op grond van een wettelijk voorschrift of als de rechter oordeelt dat dit passend is gezien de omstandigheden van de zaak. In dit laatste geval moet de eiser wel eerst om de uitvoerbaarheid bij voorraad hebben verzocht.
De periode tussen de betekening van het vonnis en het tijdstip waarop dit in kracht van gewijsde gaat vormt een apart onderwerp. Zonder teveel in detail te treden, geldt in grote lijnen dat in Luxemburg bijna alle vonnissen die ten uitvoer gelegd kunnen worden door gerechtsdeurwaarders uitvoerbaar zijn na een termijn van maximaal 55 dagen, die begint te lopen de dag na de kennisgeving van de beslissing. Gezien het bestek van huidige bijdrage, geldt dit voorschrift als lo
Veel vonnissen kunnen eerder ten uitvoer worden gelegd. De gerechtsdeurwaarder van uw keuze in Luxemburg zal u graag adviseren over dit onderwerp.
HET VONNIS MOET WORDEN BETEKEND
Als de schuldenaar woonachtig is in het Groothertogdom van Luxemburg.
In het Groothertogdom van Luxemburg wordt in burgerlijke zaken onderscheid gemaakt tussen twee methoden van kennisgeving of betekening.
Betekening kan enerzijds worden uitgevoerd door de griffie van de rechtbank (‘notification’ in het Frans) en anderzijds door een gerechtsdeurwaarder (‘signification’).
Het aantal gevallen waarin betekening wordt uitgevoerd door de griffie is zeer beperkt. De regel is dat een vonnis wordt betekend door een gerechtsdeurwaarder en alleen in uitzonderlijke omstandigheden, waarin de wet een voordeel geeft aan de schuldeiser, gebeurt dit door de griffie. Dit geldt met name voor vonnissen in eerste aanleg die betrekking hebben op de huur van onroerend goed of arbeidsrechtelijke zaken.
Er is een duidelijk verschil tussen deze twee methoden van betekening: betekening door de griffie gebeurt per post, terwijl betekening door de gerechtsdeurwaarder inhoudt dat de deurwaarder het stuk persoonlijk overhandigt. Betekening door een gerechtsdeurwaarder heeft in theorie het voordeel dat deze methode meer zekerheid biedt dat het stuk ook inderdaad wordt afgeleverd. De gerechtsdeurwaarder zoekt actief naar de persoon aan wie het stuk is geadresseerd en moet alle redelijke inspanningen leveren om het stuk persoonlijk aan de geadresseerde te overhandigen. Een ander voordeel ligt in het feit dat de gerechtsdeurwaarder informatie kan geven over de aard van het overhandigde stuk en, waar dat nodig is, kan adviseren over de stappen die genomen kunnen worden, zoals het raadplegen van een advocaat of een bank.
Voordat een vonnis kan worden ten uitvoer gelegd, moet vaststaan dat het betekend is. Deze formaliteit is van essentieel belang. Om te verzekeren dat de schuldenaar op de hoogte is van zijn verplichting tot betalen en de omvang ervan, moet hij eerst weten wat hem is bevolen (het behoeft nauwelijks uitleg dat veel schuldenaren niet eens verschijnen op de zitting...). Te dien einde geeft de griffie van de rechtbank een certificaat van kennisgeving (‘certificat de notification’) af en verstrekt de gerechtsdeurwaarder een certificaat van betekening (‘acte de signification’).
Als de schuldenaar woonachtig is in een andere lidstaat van de Europese Unie:
Als de schuldenaar in een lidstaat van de Europese Unie woont, moet het vonnis in die lidstaat worden betekend. Op basis van hetzelfde onderscheid als hierboven is gemaakt, wordt hiervoor zorg gedragen door ofwel de griffie van de rechtbank, of door de Luxemburgse gerechtsdeurwaarder die belast is met de uitvoering van deze formaliteit in Luxemburg namens de procespartijen. De betekening van rechterlijke beslissingen in de Europese Unie is een formaliteit die geregeld wordt door specifieke wetgeving op dit niveau.
Als de schuldenaar woonachtig is buiten de Europese Unie:
Als de schuldenaar buiten de Europese Unie woont, moet het vonnis toch worden betekend. Binnen Luxemburg is dit opnieuw de verantwoordelijkheid van de griffie of een gerechtsdeurwaarder.
3. TERMIJN VOOR UITVOERING VAN DE TENUITVOERLEGGINGSMAATREGEL
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen twee verschillende hypothesen:
- De actio judicati, dat wil zeggen de vordering van tenuitvoerlegging van een vonnis op het vermogen van de schuldenaar, moet binnen een termijn van 30 jaar worden ingesteld. Dit staat gelijk met de gebruikelijke verjaringstermijn voor persoonlijke burgerlijke vorderingen. In de praktijk is deze methode vrij zeldzaam, aangezien de meest vonnissen op veel kortere termijn ten uitvoer worden gelegd, ook al kan dit in sommige gevallen enkele jaren duren.
- Een vonnis bij verstek moet worden betekend binnen zes maanden nadat het door de rechtbank is gewezen. Omdat betekening van het vonnis een essentiële voorwaarde is voor tenuitvoerlegging, moet worden verzekerd dat deze formaliteit binnen de voorgeschreven termijn wordt uitgevoerd.
- Gewoonlijk is dit niet het geval, maar het is mogelijk dat rekening moet worden gehouden met andere termijnen om te voorkomen dat de tenuitvoerlegging geheel of gedeeltelijk mislukt. De tenuitvoerlegging van een veroordeling tot een dwangsom moet bijvoorbeeld binnen zes maanden worden ingesteld. In het geval van pandbeslag op de goederen van een huurder wegens niet-betaling van huurgelden (aanvankelijk een bewarende maatregel) bepalen rechters vaak in hun machtiging dat de aanvraag voor bekrachtiging van het beslag binnen een bepaalde termijn na de eerste beslissing moet worden ingediend, op straffe van nietigheid.
Wat kan ik doen terwijl ik op een uitvoerbare titel wacht? Kan ik gebruik maken van bewarende maatregelen?
Als het om tenuitvoerlegging gaat, kan de schuldeiser kiezen uit verschillende wapens in het arsenaal van de Luxemburgse wetgeving om maatregelen te nemen tegen een weerspannige schuldenaar, ook voordat een uitvoerbare titel is verkregen. Deze maatregelen stellen de schuldeiser in staat om de goederen van de schuldenaar te behouden die - in zekere zin - dienen als onderpand voor zijn schuldvordering. Dit betekent dat de schuldenaar de beschikking verliest over bepaalde bestanddelen van zijn vermogen.
In dit kader moet onderscheid worden gemaakt tussen zuiver bewarende maatregelen en maatregelen met een gemengd karakter, d.w.z. bewarende maatregelen die de positie van de schuldeiser alleen in de beginfase beschermen.
1. ONDERSCHEID
ZUIVER BEWARENDE MAATREGELEN
In Luxemburg bestaat er slechts één maatregel met een zuiver bewarende karakter. Dit is het bewarend beslag in handelszaken. De te innen vordering moet een handelsvordering zijn. Deze maatregel speelt dus in principe geen rol bij zaken waarin de schuldeiser een natuurlijke persoon is die geen koopman is.
MAATREGELEN MET EEN GEMENGD KARAKTER
Deze maatregelen worden meestal gevolgd door een tweede fase, die kan uitmonden in een tenuitvoerleggingsmaatregel op basis van een uitvoerbare titel. De eerste fase is er altijd op gericht om een vermogensbestanddeel van de schuldenaar aan te wijzen en daar beslag op te leggen. Dit betekent dat er een bewarende maatregel wordt genomen voordat deze vervolgens in de tweede fase wordt omgezet in een tenuitvoerleggingsmaatregel. Tussen deze twee fasen in moet de schuldeiser zijn vorderingsrechten ondersteunen door overlegging van een uitvoerbare titel of door zijn verzoek te staven en de procedure te starten tot het verkrijgen van een uitvoerbare titel.
In de praktijk kunnen deze maatregelen relatief ingewikkeld zijn voor een onervaren persoon, maar zelfs voor meer ervaren schuldeisers is het hele proces nog steeds een vrij technische kwestie.
2. VOORWAARDEN VOOR DE UITVOERING VAN EEN BEWARENDE MAATREGEL
IN HANDELSZAKEN
Als eerste stap in de uitvoering van deze maatregel moet toestemming worden verkregen van de voorzitter van de betreffende rechtbank in eerste aanleg. Hiertoe moet eenzijdig verzoekschrift worden ingediend. Dit betekent dat de andere partij niet bij de procedure wordt betrokken. Dit biedt uiteraard het voordeel dat de schuldenaar in theorie niets weet van het dreigende beslag op zijn goederen, zodat hij geen tijd heeft om ze te laten verdwijnen.
MAATREGELEN MET EEN GEMENGD KARAKTER
Voor sommige maatregelen is automatisch rechterlijke toestemming vereist. Voor andere maatregelen kan deze toestemming worden vervangen door een voorafgaand formeel betalingsbevel. Bij een derde categorie maatregelen moet de vraag worden beantwoord of de titel authentiek of onderhands is en of al dan niet voorafgaande toestemming vereist is.
In het eerste, tweede en ook in het derde geval is professionele juridische bijstand, en wellicht ook de hulp van een gerechtsdeurwaarder, wellicht niet vereist om de procedure op te starten, maar wel sterk aanbevolen. Mensen die niet gewend zijn aan juridische geschillen kunnen snel ontmoedigd raken en denken dat de zaken hun boven het hoofd groeien. Een gerechtsdeurwaarder zal hen graag van dienst zijn en kan u vaak zelfs meer hulp bieden dan u denkt.
3. SOORTEN BEWARENDE MAATREGELEN:
Beslag
Conservatoir beslag in handelszaken (‘saisie conservatoire commerciale’, artikel 550 van de NCPC, het nieuwe Luxemburgse wetboek van burgerlijke rechtsvordering).
Het doel van dit beslag is niet om de goederen waarop beslag wordt gelegd permanent buiten de beschikking van de schuldenaar te stellen, maar om een bodemprocedure aanhangig te maken. Met andere woorden, het doel is stappen te nemen om een uitvoerbare titel te verkrijgen tegen de schuldenaar. tevens kan dit beslag worden omgezet in uitvoerend beslag. Daarvoor moet toestemming van de rechter worden verkregen om de goederen waarop voorlopig beslag was gelegd op een veiling te verkopen en de schuld te voldoen uit de opbrengst van deze gedwongen verkoop. De mate waarin de schuld wordt voldaan hangt uiteraard af van het bedrag dat de verkoop van de in beslag genomen goederen van de schuldenaar opbrengt.
Pandbeslag (‘saisie-gagerie’, artikel 956 lid 1 en 2 NCPC).
Het doel van deze maatregel is om als zekerheid voor onbetaalde huurgelden beslag te leggen op roerende goederen die zich bevinden in het pand dat door een verhuurder/schuldeiser wordt verhuurd aan een huurder/schuldenaar. Dit betekent dat alleen een verhuurder die achterstallige huur invordert, gebruik kan maken van deze vorm van beslag.
Derdenbeslag (‘saisie-arrêt’) naar gewoon recht (artikel 693 en volgende, NCPC).
Dit beslag wordt gebruikt om goederen te bevriezen die voor de schuldenaar worden gehouden door een derde. Hoewel de maatregel kan worden ingezet om de teruggave van lichamelijke goederen aan de schuldenaar te blokkeren, wordt derdenbeslag vaker gebruikt om te voorkomen dat de derde middelen van de hand doet die hij voor rekening van de schuldenaar in bezit heeft. Deze maatregel kan worden gebruikt om beslag te leggen op vermogensbestanddelen die zich in een bank bevinden. Het doel is dus om bezit te nemen van de vorderingsrechten van de schuldenaar op derden.
Bijzonder derdenbeslag
Een bijzonder derdenbeslag is een maatregel waarbij beslag kan worden gelegd op het loon, periodieke uitkeringen en pensioen van de schuldenaar. Krachtens de toepasselijke wettelijke bepalingen kan doeltreffend de identiteit van een derde die de schuldenaar een periodiek inkomen verschuldigd is, worden achterhaald.
ZEKERHEIDSSTELLING
Inleiding
Sinds de wet van 21 december 1994 waarbij bepaalde wettelijke bepalingen inzake de overdracht van vorderingen en pandrechten werden gewijzigd, hebben de belangrijkste bepalingen van het burgerlijk wetboek, het handelswetboek en het groothertogelijke besluit van 27 mei 1937 inzake de verpanding van handelszaken in Luxemburg ingrijpende wijzigingen ondergaan wat betreft de ftussenkomst van gerechtsdeurwaarders.
Een wet van 5 augustus 2005 inzake financiële zekerheidscontracten stelt het juridische raamwerk vast voor de verpanding van financiële instrumenten, eigendomsoverdracht als zekerheidsstelling en verrekeningsovereenkomsten.
Als resultaat van deze wetswijziging is het nu niet langer verplicht om in deze zaken een gerechtsdeurwaarder in te schakelen. In de praktijk treedt de Luxemburgse gerechtsdeurwaarder niet langer op bij de overdracht van vorderingsrechten of pandrechten.
Zonder al te diep in te gaan op een onderwerp dat voorbij gaat aan het doel van deze inlichtingenfiche, kunnen we zeggen dat de wet inzake financiële zekerheidscontracten meer specifiek gericht is op de financiële beroepen en dat het groothertogelijk besluit inzake de verpanding van handelszaken doorgaans alleen van belang is voor handelaars, evenals het commerciële pandrecht. We gaan hier niet in op deze bijzondere vormen van zekerheidstelling, het pandrecht volgens het gewone recht of het zogeheten genotspand (‘antichresis’), de inpandgeving van een onroerende zaak door een schuldenaar als zekerheid voor een schuld of hypotheekschuld.
De gerechtsdeurwaarder is echter nog steeds uw partner bij uitstek waar het gaat om de inschrijving van hypotheekrechten of andere lasten als uitvoeringsmaatregel op grond van een rechterlijke beslissing. Na enkele algemene overwegingen wordt dit onderwerp hieronder verder besproken.
Het nut van zekerheidsstelling
Het doel van elke vorm van zekerheidsstelling is hetzelfde: in het handelsverkeer bescherming te bieden tegen gebeurtenissen die in de loop van een transactie kunnen voordoen, zoals de insolvabiliteit van de schuldenaar.
Dit doel wordt bereikt door de schuldeiser twee soorten rechten te geven:
Het voorkeursrecht (‘droit de préférence’)
Het voorkeursrecht houdt in dat de schuldeiser met een zekerheidsrecht op een goed dat als zekerheid dient voor de betaling van zijn vordering dit recht kan inroepen met voorrang boven de andere schuldeisers van de schuldenaar. Echter, hoe hoger het recht van de schuldeiser is gerangschikt, hoe beter, omdat er al een ander recht op hetzelfde goed gevestigd kan zijn door een andere schuldeiser. Als de zekerheidsstelling een onroerend goed betreft, dan kan duidelijkheid worden verkregen over de positie van het recht van de schuldeiser omdat alle lasten op het goed worden ingeschreven in een openbaar register. De schuldeiser kan dus nagaan of het goed dat als zekerheid of onderpand wordt aangeboden daadwerkelijk een interessant onderpand is.
Het ‘volgrecht’ (‘droit de suite’)
Op grond van dit recht kan de schuldeiser goederen waarop een zekerheidsrecht is gevestigd volgen, ongeacht in wiens handen de goederen terecht komt. Dit mechanisme kan bijvoorbeeld van pas komen als de schuldenaar zich van het bezwaarde goed ontdoet. De wet beschouwt zekerheidsstelling in principe niet als een reden om de schuldenaar te verbieden zijn beschikkingsrecht over deze goederen uit te oefenen.
De vormen van zekerheidsstelling die een gerechtsdeurwaarder kan bewerkstelligen.
Een gerechtsdeurwaarder kan door middel van een uitvoerbare titel bij de hypotheekbewaarder de inschrijving bewerkstelligen van de volgende hypotheekrechten in het relevante register:
- hypotheken op onroerend goed
- hypotheken op schepen
- hypotheken op vliegtuigen
Het belang van de hypotheek komt pas later aan de orde, in het geval het goed dat als zekerheid dient voor het hypotheekrecht, moet worden gerealiseerd (verkocht). De realisering van onroerend goed vindt plaats door middel van veilingverkoop, een proces dat wordt ingeleid door de beslaglegging op het goed of door inroeping van een ‘clause de voie parée’ (beding van onmiddellijke uitwinning) die is opgenomen in de hypotheekovereenkomst.
De ‘clause de voie parée’ is een clausule op grond waarvan de schuldeiser-hypotheekhouder het goed kan laten verkopen door een notaris zonder tussenkomst van de rechter. In Luxemburg is de opname van een dergelijke bepaling in een leenovereenkomst toegestaan. De veiling kan alleen plaatsvinden als de schuldeiser het hypotheekrecht in eerste rang op het goed heeft.