E-fiche 4 – De beslagen op onlichamelijk roerend goed (Professionnal E-blad)

  • strict warning: Non-static method view::load() should not be called statically in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/views.module on line 879.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter::options_validate() should be compatible with views_handler::options_validate($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter::options_submit() should be compatible with views_handler::options_submit($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_style_default::options() should be compatible with views_object::options() in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_style_default.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_row::options_validate() should be compatible with views_plugin::options_validate(&$form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_row.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_row::options_submit() should be compatible with views_plugin::options_submit(&$form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_row.inc on line 0.
  • strict warning: Non-static method view::load() should not be called statically in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/views.module on line 879.
  • strict warning: Declaration of views_handler_argument::init() should be compatible with views_handler::init(&$view, $options) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_argument.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter_boolean_operator::value_validate() should be compatible with views_handler_filter::value_validate($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter_boolean_operator.inc on line 0.

In dit e-blad:

Uitvoerend beslag op loon

Uitvoerend beslag op loon is geregeld door de artikelen 880 WBR tot 888 WBR.

1. Bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder

Uitvoerend beslag op loon valt onder de bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder toegevoegd aan de arrondissementsrechtbank van de woonplaats van de schuldenaar. In overeenstemming met art. 8-6 van de wet betreffende de gerechtsdeurwaarders en de uitvoeringsmiddelen, heeft de beslagleggende schuldeiser evenwel het recht om eender welke gerechtsdeurwaarder te kiezen op het grondgebied van de Republiek Polen (zie fiche 2).

2. Loonbeslag

De gerechtsdeurwaarder gaat over tot uitvoerend beslag op loon door inbeslagname van het loon.

De gerechtsdeurwaarder meldt de schuldenaar dat het hem verboden is op eender welke wijze te beschikken over dit loon, met uitzondering van het niet voor beslag vatbare gedeelte en dit voor het bedrag van de uitgevoerde schuldvordering tot volledige voldoening van de schuld. Het beslag betreft meer bepaald het periodieke loon, de vergoeding van punctuele prestaties evenals premies en toelagen waar de schuldenaar recht op heeft, winsten, aandelen in een ondernemingsfonds en aandelen in ieder ander fonds verbonden aan de arbeidsovereenkomst.

De gerechtsdeurwaarder beveelt de werkgever geen enkel loon te storten aan de schuldenaar boven het niet voor beslag vatbare gedeelte, conform met wat hierboven is vermeld en:

  • de inhoudingen rechtstreeks te storten in handen van de beslagleggende schuldeiser, met melding aan de gerechtsdeurwaarder van de eerste storting, of
  • de inhoudingen te storten in handen van de gerechtsdeurwaarder wanneer het loon het voorwerp uitmaakt of lopende de uitvoeringsprocedure zal uitmaken van een andere gedwongen uitvoering of indien het voor beslag vatbare gedeelte van het loon niet volstaat tot voldoening van alle uitvoerbare schuldvorderingen die het voorwerp uitmaken van een gedwongen uitvoering.

De gerechtsdeurwaarder licht de werkgever eveneens in over de gevolgen van niet-naleving van het bevel.

Bij beslag op loon, beveelt de gerechtsdeurwaarder de werkgever tevens binnen een termijn van één week de volgende formaliteiten te vervullen:

  • voor de periode van drie maanden voorafgaand aan het beslag, voor iedere maand afzonderlijk, een overzicht voor te leggen van het periodieke loon van de schuldenaar voor de uitgevoerde arbeid en een ander overzicht van zijn inkomsten ten iedere andere titel;
  • de gerechtsdeurwaarder in te lichten over het bedrag van de inhoudingen op het loon die aan de schuldeiser zullen worden overgemaakt en op welke data;
  • in geval van verhindering tot betaling van het loon, een verklaring af te leggen betreffende de aard van de verhindering en in het bijzonder aan te duiden of andere personen een recht doen gelden op het loon, voor welke rechtbank de procedure betreffende het in beslag genomen loon wordt gevoerd en welke schuldvorderingen aan de oorsprong liggen van de procedures tot uitvoerend beslag ingesteld door andere schuldeisers.

De werkgever is gehouden de gerechtsdeurwaarder en de schuldeiser onmiddellijk in te lichten over iedere wijziging van de hierboven vermelde omstandigheden.

3. Ogenblik van het beslag

Het beslag wordt gelegd op het ogenblik van de overhandiging van de kennisgeving aan de derde beslagene.

4. Principe van continuïteit van het beslag

Het beslag blijft gelden zelfs als, na de beslaglegging, een nieuwe arbeidsovereenkomst ontstaat of indien de onderneming wordt overgedragen aan een andere persoon, voor zover deze persoon wordt ingelicht over het beslag.

In geval van verbreking van de arbeidsovereenkomst met de schuldenaar, vermeldt de oude werkgever het loonbeslag op het werkattest. Indien hij de nieuwe werkgever kent, maakt hij de kennisgeving van de gerechtsdeurwaarder over naast de documenten betreffende het loonbeslag en brengt dit ter kennis van de gerechtsdeurwaarder en de beslagen schuldenaar. De vermelding op het werkattest moet de gegevens van de gerechtsdeurwaarder die is overgegaan tot het beslag bevatten, het nummer van de procedure tot uitvoerend beslag, en welk bedrag reeds werd ingehouden. De mededeling aan de gerechtsdeurwaarder betreffende de wijziging van werkgever heeft tot gevolg dat het beslag verplaatst wordt in handen van de nieuwe werkgever, vanaf het ogenblik dat de kennisgeving deze werkgever heeft bereikt.

De nieuwe werkgever, aan wie de werknemer het werkattest met de vermelding van het beslag voorlegt, licht de werkgever die het werkattest heeft uitgevaardigd en de gerechtsdeurwaarder vermeld op het attest erover in dat hij de schuldenaar heeft aangeworven. Indien de nieuwe werkgever, aan wie de werknemer geen werkattest heeft voorgelegd, verneemt waar de schuldenaar voordien tewerkgesteld was, heeft hij de verplichting om de vorige werkgever van de tewerkstelling van de schuldenaar in te lichten.

De verplichting de gerechtsdeurwaarder in te lichten over een wijziging van werkgever rust eveneens op de schuldenaar. De schuldenaar moet worden ingelicht over deze verplichting en de gevolgen van de niet-naleving ervan op het ogenblik van de kennisgeving van het loonbeslag.

5. Gevolgen van het loonbeslag

Het beslag heeft tot gevolg dat ten aanzien van de beslagleggende schuldeiser iedere daad van beschikking over het loon dat het niet voor beslag vatbare gedeelte overschrijdt, uitgevoerd na het beslag, nietig is. Hetzelfde geldt voor daden gesteld voor het beslag voor zover het daden van beschikking betreft over het loon dat de schuldenaar zou toekomen na het beslag.

6. Boete

De gerechtsdeurwaarder kan een boete ter hoogte van maximum vijfhonderd zloty opleggen aan de werkgever die de verklaring voorzien door de wettelijke bepalingen niet binnen de wettelijke termijn neerlegt of die nalaat de kennisgeving of de documenten betreffende het beslag te bezorgen aan de nieuwe werkgever van de beslagen schuldenaar. De boete kan worden hernieuwd indien de werkgever in de bijkomend toegekende termijn nalaat de verplichting deze daden te stellen, na te leven.

Indien de werkgever geen fysieke persoon is, wordt de boete opgelegd aan de bediende of vennoot verantwoordelijk voor de neerlegging van de verklaring of het versturen aan de nieuwe werkgever van de kennisgeving of de documenten betreffende het beslag, en in geval van niet-aanduiding van deze bediende of onmogelijkheid zijn identiteit te bepalen, aan de personen gemachtigd om de werkgever te vertegenwoordigen. Indien de werkgever een burgerlijke vennootschap is, kan de boete worden opgelegd aan ieder der vennoten.

De werkgever die het bevel van de gerechtsdeurwaarder niet opvolgt of die op een andere wijze zijn verplichtingen voortvloeiend uit het beslag schendt, die een valse verklaring aflegt, of die het in beslag genomen gedeelte van het loon aan de schuldenaar stort, stelt zichzelf bloot aan aansprakelijkheid voor de schade die hieruit voortvloeit voor de beslagleggende schuldeiser.

Een boete wordt eveneens opgelegd aan de schuldenaar die de gerechtsdeurwaarder niet informeert over zijn wijziging van werkgever.

7. Inhoudingen op het loon

Enkel de volgende schuldvorderingen kunnen - na aftrek van sociale bijdragen en fiscale lasten - worden ingehouden op het loon:

  • 1) sommen in te vorderen krachtens een uitvoerbare titel houdende onderhoudsschuldvorderingen,
  • 2) sommen in te vorderen krachtens een uitvoerbare titel houdende andere dan onderhoudsschuldvorderingen,
  • 3) geldelijke voorschotten toegekend aan de werknemer,
  • 4) geldelijke sancties opgelegd wegens niet-naleving door de werknemer van bepalingen betreffende veiligheid en hygiëne op het werk of bepalingen betreffende brandbeveiliging, dronkenschap op het werk of het gebruik van alcohol tijdens de werkuren.

De inhoudingen geschieden in de volgorde bepaald in de punten 1 tot 4.

De inhoudingen kunnen worden uitgevoerd binnen de volgende grenzen:

  • 1) in geval van procedure tot invordering van onderhoudsschulden - ter hoogte van drie vijfden van het loon,
  • 2) in geval van procedure tot invordering van andere schuldvorderingen of in geval van inhoudingen van geldelijke voorschotten - ter hoogte van de helft van het loon.

In geval van uitvoering van onderhoudsschulden zijn toelagen uitgekeerd door het ondernemingsfonds, de eindejaarsvergoeding evenals sommen toekomend aan werknemers voor deelname in de winsten of balansoverschotten in hun geheel vatbaar voor beslag.

8. Niet voor beslag vatbare sommen bij uitvoerend loonbeslag

Het niet voor beslag vatbare gedeelte van het loon bij uitvoerend loonbeslag is geregeld door de bepalingen van het Arbeidswetboek (art. 87 § 1 AW en 88 AW).

Is niet vatbaar voor beslag het gedeelte van het loon ter hoogte van:

  • 1) het minimumloon, bepaald op grond van verschillende bepalingen, verschuldigd aan voltijdse werknemers, na aftrek van sociale bijdragen en fiscale lasten - bij de inhouding van in te vorderen sommen krachtens uitvoerbare titels betreffende schuldvorderingen andere dan onderhoudsschulden,
  • 2) 75% van het minimumloon - bij de inhouding van geldelijke voorschotten toegekend aan de werknemer,
  • 3) 90% van het minimumloon ? bij de inhouding van geldelijke sancties opgelegd voor niet-naleving door de werknemer van bepalingen betreffende veiligheid en hygiëne op het werk of bepalingen betreffende brandbeveiliging, dronkenschap op het werk of het gebruik van alcohol tijdens de werkuren.

Indien de werknemer deeltijds werkt, worden de bovenvermelde sommen evenredig tot de arbeidstijd herleid.

9. Inhoudingen voor de invordering van onderhoudsschulden los van een procedure tot gedwongen uitvoering

In overeenstemming met de principes bepaald in het Arbeidswetboek, kan de werkgever inhoudingen doen voor de invordering van onderhoudsschulden buiten het kader van de procedure van gedwongen uitvoering, behalve indien:

  • 1) de onderhoudsschulden moeten worden ingevorderd voor rekening van meerdere schuldeisers, maar de totale voor beslag vatbare som niet volstaat om aan alle onderhoudsschuldeisers te voldoen,
  • 2) het loon in beslag werd genomen in het kader van een gerechtelijke of administratieve procedure.

De werkgever doet de bovenvermelde inhoudingen op verzoek van de beslagleggende schuldeiser op vertoon door deze laatste van een uitvoerbare titel.

10. Handlichting van het beslag betreffende toekomstig opeisbare schuldvorderingen

De schuldenaar kan de handlichting eisen van het beslag voor toekomstig opeisbare schuldvorderingen wanneer hij alle opeisbare schuldvorderingen voldoet en aan de depositokas van de rechtbank een bedrag stort gelijk aan de som van de periodieke verplichtingen waaraan hij moet voldoen voor een periode van zes maanden, en hij de gerechtsdeurwaarder de toelating verleent over deze som te beschikken. Als deze vaststelt dat de schuldenaar vertraging oploopt in het nakomen van zijn verplichtingen, maakt de gerechtsdeurwaarder gebruik van deze toelating en begint ambtshalve een procedure van gedwongen uitvoering.

Uitvoerend beslag op bankrekeningen

Het uitvoerend beslag op bankrekeningen is geregeld door de artikelen 889 WBR tot 893-4 WBR.

1. Bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder toegevoegd aan de rechtbank van de woonplaats of de zetel van de schuldenaar is bevoegd om het uitvoerend beslag op bankrekeningen uit te voeren. In overeenstemming met artikel 8-6 van de wet betreffende de gerechtsdeurwaarders en de uitvoeringsmiddelen, heeft de schuldeiser evenwel het recht om eender welke gerechtsdeurwaarder te kiezen op het grondgebied van de Republiek Polen om over te gaan tot het uitvoerend beslag op bankrekeningen (zie fiche 2).

2. Beslag op bankrekeningen

Om over te gaan tot de uitvoering van schuldvorderingen op bankrekeningen, spaarrekeningen inbegrepen, doet de gerechtsdeurwaarder het volgende:

  • 1) maakt aan de bankinstelling, aan een kantoor of aan een andere afdeling van de bankinstelling waar de schuldenaar over een rekening beschikt, de kennisgeving over van het beslag op geldelijke schuldvordering en van de schuldenaar die volgen uit het bezit van een bankrekening, spaarrekening inbegrepen, ter hoogte van de schuld voorwerp van de gedwongen uitvoering vermeerderd met de uitvoeringskosten. De gerechtsdeurwaarder beveelt de bank geen stortingen uit te voeren met de bankrekening van de schuldenaar ter hoogte van de schuld voorwerp van het uitvoerend beslag en de in beslag genomen som onmiddellijk over te maken (voor het bedrag van de schuld voorwerp van het uitvoerend beslag) of de gerechtsdeurwaarder in te lichten binnen een termijn van zeven dagen van eventuele hindernissen voor de overdracht van deze som. De kennisgeving is geldig zelfs indien de bankrekening, met inbegrip van spaarrekeningen niet geïdentificeerd is;
  • 2) betekent het beslag op de bancaire schuldvorderingen (spaarrekening inbegrepen) aan de schuldenaar, door hem kopie over te maken van de kennisgeving gericht aan de bank met verbod tot stortingen met de bankrekening, spaarrekening inbegrepen.
  • 3) Tezelfdertijd, maakt de gerechtsdeurwaarder een kopie van de kennisgeving aan de bank over aan de beslagleggende schuldeiser.

Indien de schuldvordering op bankrekening, spaarrekening inbegrepen, het voorwerp uitmaakt van twee of meer procedures van gedwongen uitvoering, en de som die zich op de rekening bevindt niet volstaat om alle schuldeisers te voldoen, schort de bank de betaling van de in beslag genomen sommen op en licht de gerechtsdeurwaarders belast met de procedures van uitvoerend beslag erover in. De bank gaat over tot betaling van de in beslag genomen schuldvordering na overmaking van alle procedures aan slechts één gerechtsdeurwaarder, die het vervolgen van de gedwongen uitvoering op zich neemt, in overeenstemming met art. 773-1 van het WBR.

Het beslag op bankrekening, spaarrekening inbegrepen, van de schuldenaar, wordt gelegd op het ogenblik van de overhandiging aan de bank van de kennisgeving van het verbod van betaling. Het beslag betreft eveneens de sommen die zich niet op de rekening bevinden op het ogenblik van het beslag maar die erop worden gestort na het beslag.

Het verbod over te gaan tot betalingen met de bankrekening voortvloeiend uit het beslag geldt niet voor de storting van lonen, de betaling van belastingen en andere wettelijke taksen evenmin als de betaling van renten en onderhoudsuitkeringen. De betaling van lonen gebeurt na neerlegging bij de gerechtsdeurwaarder van de kopie van de lijst van lonen of van ieder ander geloofwaardig bewijs, terwijl de betaling van renten en onderhoudsuitkeringen gebeurt na neerlegging van de uitvoerbare titel waaruit de verplichting van de schuldenaar onderhoudsuitkeringen of renten te betalen, blijkt.

De bank voert de hierboven vermelde betalingen uit na toelating van de gerechtsdeurwaarder. De betalingen van renten en onderhoudsuitkeringen gebeuren in handen van de personen gerechtigd deze betalingen te ontvangen.

3. Beslag op gemeenschappelijke rekening

Het is mogelijk een schuldvordering op een gemeenschappelijke rekening gehouden door de schuldenaar en één of meerdere derden in beslag te nemen op grond van een uitvoerbare titel uitgevaardigd ten laste van de schuldenaar. De uitvoeringsmaatregelen worden uitgevoerd op het gedeelte van de bankrekening dat toekomt aan de schuldenaar zoals blijkt uit de overeenkomst betreffende de rekening die de schuldenaar aan de gerechtsdeurwaarder moet voorleggen binnen een termijn van één week te rekenen vanaf de datum van het beslag. De bepalingen betreffende verklaringen op kapitaal zijn van toepassing. Indien de overeenkomst de verdeling van de delen op de gemeenschappelijke rekening niet bepaalt of indien de schuldenaar de overeenkomst niet voorlegt, wordt ervan uitgegaan dat de delen gelijk zijn. Na bepaling van het deel van de schuldenaar, worden de overige aandelen uit de procedure van gedwongen uitvoering gehaald.

4. Gemeenschappelijke rekening van echtgenoten

Op grond van een uitvoerbare titel afgeleverd ten laste van een gehuwde schuldenaar, kan de gemeenschappelijke rekening van de beslagen schuldenaar en diens echtgenoot voorwerp uitmaken van de uitvoeringsprocedure.

De hierboven vermelde situatie sluit de mogelijkheid voor de echtgenoot van de schuldenaar een tegeneis tot vrijstelling van de uitvoeringsprocedure in te stellen, niet uit, indien op de gemeenschappelijke rekening van de echtgenoten sommen werden geplaatst die geen deel uitmaken van het persoonlijk vermogen van de schuldenaar of sommen die hun oorsprong niet vinden in het loon van de schuldenaar, bedragen ontvangen door de schuldenaar op grond van een andere economische activiteit, of inkomsten voortvloeiend uit zijn auteursrechten en aanverwanten, industriële eigendomsrechten en andere rechten van intellectuele eigendom.

5. Aansprakelijkheid voor schade geleden door de beslagleggende schuldeiser

De bankinstelling die de bepalingen betreffende de verplichtingen van de bank in het kader van een uitvoerend beslag op bankrekeningen, spaarrekeningen inbegrepen, schendt, is aansprakelijk voor de schade die eruit voortvloeit voor de beslagleggende schuldeiser. De bepalingen betreffende het opleggen van boetes zijn van toepassing op de bankbedienden die verantwoordelijk zijn voor de onwettelijke betalingen met de in beslag genomen rekening.

6. Niet voor beslag vatbare gedeelte van de bancaire schuldvordering

De bescherming van middelen aanwezig op een bankrekening is geregeld door de bankwet van 29 augustus 1997.

Artikel 54 van de bankwet bepaalt dat de middelen die zich bevinden op spaarrekeningen, lopende spaarrekeningen en termijnspaarrekeningen van één persoon onafhankelijk van het aantal getekende overeenkomsten niet vatbaar zijn voor beslag op grond van een gerechtelijke of administratieve uitvoerbare titel ter hoogte van het bedrag van het minimumloon van toepassing in de privésector vermenigvuldigd met drie, zonder rekening te houden met toelagen voortvloeiend uit winsten. Het in rekening te brengen minimumloon is dat meegedeeld door de Voorzitter van het Nationaal Bureau der Statistieken voor de periode voorafgaand aan de dag van uitgifte van de uitvoerbare titel.

De middelen gestort op de spaarrekening, lopende spaarrekening en termijnspaarrekening gehouden door meerdere fysieke personen zijn niet vatbaar voor beslag ter hoogte van het bovenvermelde bedrag, onafhankelijk van het aantal titularissen van de rekening.

Uitvoerend beslag op andere schuldvorderingen in handen van een derde

Het uitvoerend beslag op andere schuldvorderingen is geregeld door de artikelen 895 WBR tot 908 WBR.

1. Bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder

Het uitvoerend beslag op andere schuldvorderingen valt onder de bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder toegevoegd aan de rechtbank territoriaal bevoegd voor de woonplaats van de beslagen schuldenaar, en in geval van onmogelijkheid tot bepaling van deze rechtbank, de rechtbank territoriaal bevoegd voor de woonplaats van de derde beslagene. In afwezigheid van een dergelijke persoon, valt het uitvoerend beslag onder de bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder toegevoegd aan de rechtbank territoriaal bevoegd voor de plaats waar het goed zich bevindt dat aanleiding geeft tot het ontstaan van een schuldvordering of een recht. Indien de uitoefening van het recht is verbonden aan het bezit van een document, is de gerechtsdeurwaarder van de rechtbank van het arrondissement waar het document zich bevindt, bevoegd. In overeenstemming met artikel 8-6 van de wet betreffende de gerechtsdeurwaarder en de uitvoeringswijzen, heeft de schuldeiser evenwel het recht om eender welke gerechtsdeurwaarder te kiezen op het grondgebied van de Republiek Polen om over te gaan tot het uitvoerend beslag op andere schuldvorderingen (zie fiche 2).

2. Beslag op schuldvordering gehouden door een derde

De gerechtsdeurwaarder gaat over tot het uitvoerend beslag op schuldvorderingen door beslag te leggen op deze schuldvorderingen in handen van derden.

Teneinde beslag te leggen, doet de gerechtsdeurwaarder het volgende:

  • 1) de schuldenaar melden dat het hem verboden is te beschikken over de in beslag genomen schuldvordering evenals over de zekerheden ter vrijwaring ervan;
  • 2) de derde beslagene bevelen niet over te gaan tot uitbetaling van de schuldvordering aan de schuldenaar maar de betaling te doen in de handen van de gerechtsdeurwaarder of op de depositorekening van de rechtbank.

Tezamen met de inbeslagname van de schuldvordering, beveelt de gerechtsdeurwaarder de derde beslagene binnen een termijn van een week een verklaring af te leggen met vermelding:

  • 1) of de schuldvordering eisbaar is en in dat geval, het bedrag van de verschuldigde som, of hij wel of niet weigert deze som te betalen en indien dat het geval is, de redenen van de weigering te vermelden;
  • 2) of andere personen rechten doen gelden op deze schuldvordering, of er reeds een procedure lopende is betreffende de in beslag genomen schuldvordering of reeds gelopen heeft en in dat geval bij welke rechtbank en welke de rechten zijn op de in beslag genomen schuldvordering aan de oorsprong van de procedure van uitvoerend beslag.

3. Ogenblik van het beslag

Het beslag wordt gelegd op het ogenblik van de overhandiging van de kennisgeving aan de derde beslagene. Indien een inschrijving in het hypotheekregister noodzakelijk is, wordt het beslag gelegd op het ogenblik van de inschrijving of de toevoeging van de kennisgeving van de gerechtsdeurwaarder. Toch is ook in dit geval het beslag tegenstelbaar te rekenen vanaf de kennisgeving aan de schuldenaar van de in beslag genomen schuldvordering. Beslag van periodieke schuldvorderingen heeft eveneens betrekking op toekomstige betalingen.

4. Beslag op schuldvordering, waarvan de zekerheidstelling blijkt uit een inschrijving in het hypotheekregister of uit de neerlegging van een document in het register

Om een schuldvordering waarvan de zekerheidsstelling blijkt uit een inschrijving in het hypotheekregister of uit de neerlegging van een document in het register, in beslag te nemen, bezorgt de gerechtsdeurwaarder, samen met de kennisgeving aan de beslagen schuldenaar en de derde beslagene, aan de rechtbank, bevoegd voor het bewaren van het hypotheekregister, een verzoek teneinde de inschrijving van het beslag of de toevoeging van dit verzoek aan het register, te verkrijgen.

Indien zich in het hypotheekregister of het register inschrijvingen of documenten bevinden die een aanvaarding van het verzoek in de weg staan, brengt de rechtbank bevoegd voor het bewaren van het hypotheekregister de schuldeiser en de gerechtsdeurwaarder ervan op de hoogte, met aanduiding van een termijn voor opheffing van de hindernis. Het behoort toe aan de beslagleggende schuldeiser de hindernis op te heffen. Met dit oogmerk kan de schuldeiser de rechten van de beslagen schuldenaar doen gelden. Op verzoek van de beslagleggende schuldeiser, ontneemt de gerechtsdeurwaarder de nodige documenten aan de beslagen schuldenaar. Na verloop van de toegekende termijn en zonder wijziging van omstandigheden, zal de rechtbank het verzoek van de gerechtsdeurwaarder verwerpen en zal de gerechtsdeurwaarder de procedure van uitvoerend beslag afsluiten. Indien evenwel in de door de rechtbank toegekend termijn, de beslagleggende schuldeiser een procedure instelt teneinde de hindernissen op te heffen, kan het verzoek niet worden verworpen en kan de procedure van uitvoerend beslag niet worden afgesloten dan na de definitieve verwerping van de procedure ingesteld door de schuldeiser.

Indien een inschrijving noodzakelijk is ter vrijwaring van de in beslag genomen schuldvordering, ontneemt de gerechtsdeurwaarder aan de schuldenaar de documenten noodzakelijk voor de deze inschrijving en doet een verzoek tot inschrijving ten voordele van de beslagen schuldenaar met onmiddellijke vermelding van het beslag.

5. Beslag op een schuldvordering gevrijwaard door borg, onderpand of geregistreerd pand

Bij beslaglegging op een schuldvordering gevrijwaard door borg, onderpand of een geregistreerd pand, licht de gerechtsdeurwaarder op verzoek van de beslagleggende schuldeiser eveneens de borg of de eigenaar van het in pand gegeven goed in, dat het hem verboden is zich te bevrijden van de schuldvordering in handen van de schuldenaar.

6. Beslag op geldelijke schuldvorderingen verbonden aan een document

Beslag op een schuldvordering verbonden aan het bezit van een document (aandelen, obligaties, wisselbrieven, cheques, pandbrieven) wordt uitgevoerd door de toe-eigening van het document:

  • 1. in handen van de schuldenaar
  • 2. of in handen van een derde persoon.

Zonder het bezit van het betrokken document, is het uitvoerend beslag op deze schuldvordering niet mogelijk.

Beslag op een schuldvordering verbonden aan het bezit van een document wordt gelegd door de wegneming van het document bij de schuldenaar of bij een derde persoon. Latere beslagen op dergelijke schuldvorderingen worden gelegd door inschrijving op het proces-verbaal van het eerste beslag. De gerechtsdeurwaarder meldt het beslag aan de beslagleggende schuldeiser en de derde beslagene en in geval van latere beslagen, eveneens aan de voorgaande schuldeisers. De gerechtsdeurwaarder vordert bij de derde beslagene betaling op van de verschuldigde som en indien deze schuldvordering slechts eisbaar wordt na betekening, gaat hij over tot betekening. Op verzoek van de beslagleggende schuldeiser, de beslagen schuldenaar of ambtshalve, neemt de gerechtsdeurwaarder bewarende maatregelen indien dat noodzakelijk blijkt. De gerechtsdeurwaarder kan de in beslag genomen niet op effectenrekening ingeschreven effecten verkopen door de tussenkomst van een investeringsonderneming. Deze verkoop kan worden uitgevoerd binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de datum van het beslag. Met het akkoord van de beslagen schuldenaar, kan deze verkoop eveneens plaats vinden na verloop van deze termijn. Er moet beroep gedaan worden op een deskundige om de verkoopprijs te bepalen. Op verzoek van de beslagen schuldenaar, kan de verkoop eveneens worden gedaan aan de prijs die hij aangeeft. Indien de betrokkene de som niet betaalt, verkoopt de gerechtsdeurwaarder de wisselbrief. De endossering uitgevoerd door de gerechtsdeurwaarder heeft dezelfde gevolgen als endossering uitgevoerd door de betrokkene. Indien op de wisselbrief de woorden " niet aan order " of iedere andere gelijkaardige uitdrukking, vermeld zijn, kan de gerechtsdeurwaarder de wisselbrief slechts overmaken aan de verwerver in de vorm en met de gevolgen voorzien door de wet voor een gewone overdracht.

Uitvoerend beslag op andere vermogensrechten

Uitvoerend beslag op andere vermogensrechten is geregeld door de artikelen 909 WBR tot 912 WBR.

Deze maatregel betreft beslag op aandelen, aandelen in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, rechten verbonden aan aandelen (uitgegeven door aandelenvennootschappen en door commanditaire vennootschappen op aandelen), rechten verbonden aan obligaties, pandbrieven, auteursrechten, rechten op octrooien, rechten op gebruiksmodellen, rechten op siertekeningen, rechten op de topografie van halfgeleidende producten, rechten toebehorend aan de schuldenaar ingeval van uittreden uit een burgerlijke vennootschap of de ontbinding van een burgerlijke vennootschap, rechten in de verdeling van een vermogen.

Overdraagbare rechten, andere dan schuldvorderingen, kunnen het voorwerp uitmaken van uitvoerend beslag op vermogensrechten.

1. Bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder

De bepalingen betreffende het uitvoerend beslag op schuldvorderingen zijn van toepassing op het uitvoerend beslag op andere vermogensrechten voor zover geen bijzondere bepalingen van toepassing zijn. Het uitvoerend beslag op andere vermogensrechten vormt een afzonderlijke wijze van uitvoering. Het uitvoerend beslag op andere vermogensrechten valt onder de bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder toegevoegd aan de rechtbank die territoriaal bevoegd is voor de woonplaats van de beslagen schuldenaar, en indien deze rechtbank niet kan worden bepaald, de rechtbank van de woonplaats van de derde beslagene. In afwezigheid van een dergelijke persoon, valt het uitvoerend beslag onder de bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder toegevoegd aan de rechtbank territoriaal bevoegd voor de plaats waar het goed dat aanleiding geeft tot het ontstaan van een schuldvordering of een recht, zich bevindt. Indien de uitoefening van een recht is verbonden aan het bezit van een document, is de gerechtsdeurwaarder van de rechtbank van het arrondissement waar het document zich bevindt, bevoegd. In overeenstemming met artikel 8-6 van de wet betreffende de gerechtsdeurwaarder en de uitvoeringswijzen, heeft de schuldeiser evenwel het recht om eender welke gerechtsdeurwaarder te kiezen op het grondgebied van de Republiek Polen (zie fiche 2).

2. Beslag op een vermogensrecht

De gerechtsdeurwaarder gaat over tot uitvoerend beslag op vermogensrechten door de inbeslagname van het recht. Om dit te doen, doet de gerechtsdeurwaarder het volgende:

  • 1) de schuldenaar erover inlichten dat het hem verboden is over het in beslag genomen recht te beschikken, het te bezwaren of het uit te oefenen, dat het hem zelfs verboden is eender welke prestatie in ontvangst te nemen verbonden aan het in beslag genomen recht;
  • 2) aan de persoon, op wie een verplichting ten aanzien van de schuldenaar rust, melden dat het hem verboden is zich van zijn verplichting te bevrijden ten aanzien van de beslagen schuldenaar, en dat hij zijn financiële verplichtingen volgend uit het in beslag genomen recht moet voldoen in handen van de gerechtsdeurwaarder of op de depositorekening van de rechtbank. Hij beveelt deze persoon binnen een termijn van één week een verklaring af te leggen waarin is vermeld of andere personen beslag hebben gelegd op het betrokken recht, of en in welke rechtbank of andere instelling de procedure betreffende het bedoelde recht loopt, of een andere procedure van gedwongen uitvoering het in beslag genomen recht tot voorwerp heeft, en ter voldoening van welke verplichting.

Het beslag op het recht vindt plaats op het ogenblik van de overhandiging van de kennisgeving aan de persoon die krachtens het in beslag genomen recht een verplichting heeft ten aanzien van de schuldenaar. Echter, indien de kennisgeving van het beslag reeds eerder werd gedaan aan de schuldenaar, heeft het beslag ten aanzien van de beslagen schuldenaar gevolgen vanaf de betekening van het beslag.

Indien het vermogensrecht dat in beslag genomen moet worden van die aard is dat op geen enkele bepaalde persoon een verplichting rust ten aanzien van de schuldenaar, wordt het beslag gelegd op het ogenblik van de betekening aan de schuldenaar.

Het beslag krijgt gevolgen ten aanzien van iedere andere persoon ingelicht over de uitvoeringsprocedure van zodra deze persoon is ingelicht over het beslag, zelfs indien de bovenvermelde kennisgeving nog niet zou zijn overhandigd.

3. Beslag op octrooirechten en andere

Wanneer hij overgaat tot beslag op octrooirechten, een recht op een gebruiksmodel, een recht op een siertekening, een recht op een handelsmerk, of een recht op de topografie van halfgeleidende producten, bezorgt de gerechtsdeurwaarder aan de Dienst voor de Intellectuele Eigendom van de Republiek Polen een verzoek tot inschrijving van het beslag op het recht in het betrokken register.

4. Rechten voortvloeiend uit het beslag op het recht

Door het beslag, beschikt de beslagleggende schuldeiser over alle patrimoniale rechten van de beslagen schuldenaar voortvloeiend uit het bezit van het in beslag genomen recht die noodzakelijk zijn voor de voldoening van de schuldeiser; hij kan eveneens alle noodzakelijke maatregelen ter bewaring van het recht nemen.

Indien de uitoefening van andere rechten voortvloeiend uit het bezit van het in beslag genomen recht noodzakelijk blijkt, duidt de rechtbank op verzoek van de schuldenaar of de schuldeiser of ambtshalve een bewindvoerder aan. Op de bewindvoerder zijn de bepalingen betreffende de bewindvoering in het kader van uitvoerend beslag op onroerende goederen van toepassing.

5. Draagwijdte van het beslag

Beslag op het recht brengt eveneens beslag mee op alle schuldvorderingen en aanspraken toebehorend aan de schuldenaar uit hoofde van het in beslag genomen recht, zelfs indien deze ontstaan na het beslag.

6. Mededeling van het beslag aan de rechtbank belast met het bewaren van het betrokken register

Wanneer hij beslag legt op deelbewijzen of aandelen van een vennoot van een handelsonderneming of een recht voorvloeiend uit deelbewijzen of aandelen, waarover de aandeelhouder kan beschikken, en wanneer hij beslag legt op vermogensrechten van een aandeelhouder, licht de gerechtsdeurwaarder de vennootschap in over het beslag en deelt dit feit mee aan de rechtbank belast met het bewaren van het register.

7. Raming van de waarde van het in beslag genomen recht

De gerechtsdeurwaarder doet beroep op een deskundige om de waarde van het in beslag genomen recht te ramen. De raming door een deskundige is niet vereist, indien de partijen overeenstemming bereiken over de waarde van het recht, of indien, in een periode van drie maanden voorafgaand aan het beslag, het in beslag genomen recht het voorwerp heeft uitgemaakt van een raming met het oog op een verhandeling of indien zijn waarde werd bepaald in een overeenkomst met het oog op een dergelijke verhandeling. In dat geval neemt men aan dat de waarde van het recht gelijk is aan de waarde waarover partijen overeenstemming hadden bereikt of deze bepaald in de overeenkomst of bij de raming.

8. Beschrijving van het in beslag genomen recht

Op vraag van de schuldeiser, gaat de gerechtsdeurwaarder over tot beschrijving van het in beslag genomen vermogensrecht.

De gerechtsdeurwaarder neemt meer bepaald in de beschrijving op:

  • 1) de aard van het in beslag genomen recht;
  • 2) de aanduiding van de personen toegelaten over dit recht te beschikken en de aard van hun rechten ofwel de vaststelling van de afwezigheid van informatie daaromtrent;
  • 3) de aanduiding van de personen met verplichtingen voortvloeiend uit dit recht, indien deze bestaan, en de aard van deze verplichtingen;
  • 4) in geval er een betwisting bestaat over de inhoud van het recht of de aard van de rechten die eruit voortvloeien, de soort betwisting, de personen die hun rechten in rechte verdedigen en de aanduiding van de rechtbank of andere instelling waar de procedure wordt gevoerd.

9. Voldoening van de schuldeiser

de realisering van de verplichtingen voortvloeiend uit het in beslag genomen recht

Indien uit het in beslag genomen recht een eisbare verplichting voortvloeit, beveelt de gerechtsdeurwaarder de derde beslagene de prestatie te voldoen ten voordele van de schuldeiser of de gerechtsdeurwaarder.

op het inkomen

De voldoening van de beslagleggende schuldeiser gebeurt uit het inkomen, indien het in beslag genomen recht een inkomen voortbrengt. Bijvoorbeeld, betaling voor het gebruik van een in beslag genomen octrooi. Het vaakst gebeurt de voldoening op het inkomen door de derde beslagene te bevelen het inkomen dat het recht voortbrengt over te maken. Indien dat niet mogelijk is, gebeurt de voldoening uit het inkomen door een gedwongen uitvoering uitgevoerd door de aangestelde bewindvoerder.

op de uitoefening van het recht

De voldoening van de beslagleggende schuldeiser kan gebeuren door de uitoefening van het recht. Het vaakst gebeurt de uitoefening van het recht door de derde beslagene te bevelen de eisbare prestatie voortvloeiend uit het in beslag genomen recht uit te voeren. Indien dat niet mogelijk is, gebeurt de voldoening door een gedwongen uitvoering geleid door de aangestelde bewindvoerder.

op de verkoop van het in beslag genomen goed

openbaar

De openbare verkoop van het recht verloopt volgens de bepalingen betreffende het uitvoerend beslag van roerende goederen.

onderhands

In afwezigheid van bijzondere bepalingen, kan de gerechtsdeurwaarder het in beslag genomen recht onderhands verkopen aan een prijs die niet lager mag zijn dan 75% van de geraamde waarde. Deze verkoop mag niet plaatsvinden voor de veertiende dag te rekenen vanaf de raming.

Op verzoek van de schuldenaar, en met het akkoord van de schuldeiser, kan de verkoop plaatsvinden zonder dat het nodig is over te gaan tot een raming van het recht. De verkoop aan de prijs bepaald door de schuldenaar mag plaatsvinden, indien dat de belangen van de schuldeiser niet schaadt. De schuldenaar heeft de verplichting een minimumprijs aan te duiden waaronder de verkoop niet kan doorgaan. De schuldenaar kan de kandidaat-verwerver aanwijzen ofwel meerdere personen aanwijzen toegelaten om het recht te verwerven en de volgorde waarin ze over een recht op verwerving beschikken.

Indien de verkoop niet slaagt binnen een termijn van een week te rekenen vanaf de dag waarop de schuldeiser zijn akkoord heeft gegeven, verkoopt de gerechtsdeurwaarder het recht openbaar, tenzij de schuldeiser heeft ingestemd met een nieuwe onderhandse verkoop.

10. Uitvoerend beslag op effecten

1. De gerechtsdeurwaarder gaat over tot uitvoerend beslag op effecten ingeschreven op een effectenrekening of andere door de inbeslagname van de effecten. Om dit te doen, doet de gerechtsdeurwaarder het volgende:

  • a. brengt ter kennis van de schuldenaar dat het hem niet toegelaten is enige betaling te ontvangen, evenmin als te beschikken over de financiële instrumenten en andere waarden geplaatst op de rekening, met uitzondering van de orders waarvan sprake in punt 2;
  • b. beveelt aan het makelaarskantoor, waar de schuldenaar een rekening heeft, geen instructies van de schuldenaar uit te voeren, met uitzondering van de orders waarvan sprake in punt 2, en geen geld op de rekening geplaatst uit te betalen aan de schuldenaar, maar de in beslag genomen geldelijke sommen over te maken aan de gerechtsdeurwaarder ter hoogte van de uitgevoerde schuldvorderingen of ze te storten op de depositorekening van de rechtbank.

2. Indien de geldsommen die zich op de rekening van de schuldenaar bevinden niet volstaan om de uitgevoerde schuldvordering te voldoen, beveelt de makelaar bij wie de schuldenaar een rekening heeft onmiddellijk aan de schuldenaar binnen een termijn van drie dagen een verkoopsopdracht voor een periode van een maand te geven teneinde de schuldeiser te voldoen, met aanduiding van welke financiële instrumenten het voorwerp moeten uitmaken van het verkooporder. Indien het beslag betrekking heeft op financiële instrumenten die voorheen in beslag genomen waren krachtens een beslissing tot zekerheidsstelling, zal de opdracht van de schuldenaar betreffende het verkooporder worden uitgevoerd na het beslag uitgevoerd lopende de uitvoeringsprocedure, voor zover de gerechtsdeurwaarder het verkooporder zelf heeft neergelegd binnen een termijn van drie maanden.

3. Indien de schuldenaar de handelingen vermeld in punt 2 niet uitvoert, of indien ondanks deze handelingen, de verkoop van de financiële instrumenten niet doorgaat, deelt de rekeninghouder de aard van de financiële instrumenten geplaatst op de rekening, mee aan de beslagleggende schuldeiser, via de gerechtsdeurwaarder. De schuldeiser geeft bevel de verkoop uit te voeren van de gekozen financiële instrumenten.

In afwezigheid van een bevel genoemd in punt 3 door de schuldeiser gegeven binnen een termijn van twee weken, of indien de verkoop op bevel van de schuldeiser niet geslaagd is binnen een termijn van één jaar, wordt de procedure van uitvoerend beslag afgesloten.

Indien het beslag werd uitgevoerd ten voordele van twee of meerdere schuldeisers, wordt het bevel waarvan sprake in punt 3 gegeven door de beheerder aangeduid volgens de bepalingen van art. 908 WBR, tenzij de schuldeisers een overeenkomend verzoek tot verkoop van de financiële instrumenten neerleggen. In geval van aanduiding van een beheerder loopt de termijn van twee weken vanaf de datum van aanstelling van de beheerder.