E-fiche 2 – De gerechtsdeurwaarder – handhavingsambtenaar
- strict warning: Non-static method view::load() should not be called statically in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/views.module on line 879.
- strict warning: Declaration of views_handler_filter::options_validate() should be compatible with views_handler::options_validate($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter.inc on line 0.
- strict warning: Declaration of views_handler_filter::options_submit() should be compatible with views_handler::options_submit($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter.inc on line 0.
- strict warning: Declaration of views_plugin_style_default::options() should be compatible with views_object::options() in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_style_default.inc on line 0.
- strict warning: Declaration of views_plugin_row::options_validate() should be compatible with views_plugin::options_validate(&$form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_row.inc on line 0.
- strict warning: Declaration of views_plugin_row::options_submit() should be compatible with views_plugin::options_submit(&$form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_row.inc on line 0.
- strict warning: Non-static method view::load() should not be called statically in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/views.module on line 879.
- strict warning: Declaration of views_handler_argument::init() should be compatible with views_handler::init(&$view, $options) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_argument.inc on line 0.
- strict warning: Declaration of views_handler_filter_boolean_operator::value_validate() should be compatible with views_handler_filter::value_validate($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter_boolean_operator.inc on line 0.
Wat de gedwongen tenuitvoerlegging betreft, maakt het Duitse Burgerlijk Wetboek (ZPO) een onderscheid tussen gedwongen uitvoering van een geldelijke schuldvordering (artikelen 803 tot 882a) en gedwongen uitvoering van een verplichting tot afgifte van roerend goed of een verplichting tot het stellen of nalaten van een bepaalde handeling (artikelen 883 tot 898). Alvorens dit onderscheid te maken bepaalt het Burgerlijk Wetboek de algemene regels van gedwongen uitvoering (artikelen 704 tot 802).
De artikelen 803 tot 871 van het Burgerlijk Wetboek maken een onderscheid tussen gedwongen uitvoering op roerend goed (§§ 803-863) en op onroerend goed (§§ 864-871). De uitvoering verloopt immers niet op dezelfde wijze.
Aldus maakt het ZPO een onderscheid naargelang de goederen waarop de uitvoering betrekking heeft maar ook naargelang de bevoegde overheidsinstantie.
Het is dus niet zo dat eenzelfde instantie instaat voor de verschillende uitvoeringsmaatregelen. Volgende instanties kunnen bevoegd zijn:
- De gerechtsdeurwaarder (§ 753 I)
- De uitvoeringsrechtbank (§ 764)
- De rechtbank van eerste aanleg (§§ 887, 888, 890)
- De hypotheekbewaarder (§ 867 I)
De deurwaarder is hoofdzakelijk bevoegd inzake roerend beslag (§§ 808 tot 827) en afgifte van roerend goed (§§ 883 en 885).
De uitvoeringsrechtbank is bevoegd inzake gedwongen uitvoering van een geldelijke schuldvordering op onroerend goed (voorlopig bewind en gedwongen openbare verkoop), (artikelen 857 tot 860) maar niet voor het inschrijven van een hypotheek als zekerheid, waarvoor de hypotheekbewaarder exclusief bevoegd is.
De rechtbank van eerste aanleg is bevoegd inzake de uitvoering van een verplichting tot het stellen of nalaten van een bepaalde handeling (toelating aan de schuldeiser de verplichting tot het stellen van een bepaalde handeling te laten uitvoeren door een derde, wilsverklaring, dwangsom (Zwangsgeld) of dwangmiddel tegen de persoon (Zwangshaft)).
De gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder is hoofdzakelijk bevoegd inzake roerend beslag (beslag en verkoop). In de Duitse rechtsorde, is de deurwaarder een ambtenaar die volgens artikel 154 van de wet houdende de gerechtelijke organisatie (GVG) belast is met de betekening, de aanmaning en de uitvoering.
Zoals hoger vermeld, beperkt de bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder zich niet tot de gedwongen uitvoering inzake roerend goed en afgifte van voorwerpen. Hij is tevens bevoegd om verklaringen onder eed af te nemen (eidesstaatliche Versicherung) (artikel 899). Dit is de reden waarom het Burgerlijk Wetboek bij het begin, in het hoofdstuk "Algemene bepalingen", de algemene regels over de verplichtingen van de deurwaarder opneemt.
1. Het juridisch statuut van de gerechtsdeurwaarder
"Artikel 753 Uitvoering door de gerechtsdeurwaarder " (1) De gedwongen uitvoering wordt, voor zover niet aan de rechtbanken toegewezen, door de gerechtsdeurwaarder uitgevoerd, optredend in opdracht van de schuldeiser.
(2) De schuldeiser kan voor het aanstellen van een deurwaarder de medewerking van de griffie vragen. De aanstelling door de griffie geldt als aanstelling door de schuldeiser.
(...)."
Ingevolge dit artikel heeft de deurwaarder algemene bevoegdheid inzake gedwongen uitvoering behoudens voor die opdrachten die zijn voorbehouden aan de rechtbanken.
In bepaalde zaken is het de deurwaarder niet toegelaten zijn ambt uit te oefenen. Artikel 155 GVG somt deze gevallen limitatief op:
De deurwaarder is wettelijk uitgesloten van de uitoefening van zijn ambt:
I. in burgerlijke zaken:
- 1. wanneer hijzelf partij of wettelijk vertegenwoordiger van een partij is, wanneer hij door een verbintenis met een partij dezelfde rechten of plichten deelt, of samen met een partij tot schadevergoeding gehouden is;
- 2. wanneer zijn echtgenoot of levenspartner partij is, ook al is er een einde gesteld aan het huwelijk of het concubinaat;
- 3. wanneer hij met een partij verwant is in rechte lijn bloedverwant of aangetrouwd, in zijlijn tot de derde graad bloedverwant is of tot de tweede graad een aangetrouwd verwantschap heeft of had ".
II. in strafzaken:
- 1. wanneer hij zelf slachtoffer is van het delict;
- 2. wanneer hij de echtgenoot of levenspartner van de beklaagde of het slachtoffer is of geweest is;
- 3. wanneer hij met de beklaagde of het slachtoffer een onder nummer I 3 beschreven band van bloedverwantschap of aanverwantschap heeft of had.
Hij kan echter niet geweerd worden om reden van gewettigde verdenking.
Artikel 154 " De statutaire en reglementaire situatie van de met betekeningen, aanmaningen en uitvoeringen belaste ambtenaren (gerechtsdeurwaarders) wordt bij het Hooggerechtshof bepaald door de federale minister van justitie en bij de deelstaatrechtbanken door de justitieadministratie van de deelstaat".
Gerechtsdeurwaarders hebben niet dezelfde functie als de ambtenaren bevoegd om een beslissing te doen uitvoeren (Vollziehungsbeamte / Vollstreckungsbeamte). Deze laatsten innen schuldvorderingen in naam van een administratieve overheid (bij voorbeeld de federale Staat, een gemeente, de Schatkist). Zij zijn bevoegd krachtens een richtlijn en dienen de bepalingen van deze richtlijn na te leven. Aldus kan iedere overheidsinstantie beroep doen op ambtenaren bekleed met uitvoeringsbevoegdheid waardoor zij zelf kan overgaan tot gedwongen uitvoering.
In tegenstelling tot deze ambtenaren, treden de gerechtsdeurwaarders op als onafhankelijke uitvoeringsinstantie. Zij zijn slechts gebonden door de wet en treden op onder hun eigen verantwoordelijkheid. Dit betekent dat hun handelingen uitsluitend aan het toezicht van de uitvoeringsrechtbank onderworpen zijn.
2. De toezichthoudende instantie van de gerechtsdeurwaarder
Zoals hierboven vermeld, is de gerechtsdeurwaarder een onafhankelijke uitvoeringsinstantie. Hij maakt deel uit van het kantongerecht en is bekleed met de openbare macht. Dit is noodzakelijk om de fundamentele rechten van de schuldenaar te kunnen betreden. De bevoegdheid beslissingen uit te voeren kan dan ook slechts van de Staat uitgaan.
De gerechtsdeurwaarder staat onder professioneel toezicht van de rechter van het kantongerecht belast met het toezicht. Hij kan evenwel geen specifieke aanwijzingen van zijn hiërarchisch meerdere ontvangen.
Zoals bepaald in artikel 766 oordeelt de uitvoeringsrechtbank over " verzoeken, bezwaren, beroepen met betrekking tot de vraag of de deurwaarder gehandeld heeft volgens de regels van de kunst of volgens de door hem te respecteren procedures".
3. De schending van verplichtingen
Aangezien de gerechtsdeurwaarder bevoegd is beslissingen met openbaar gezag uit te voeren, vertegenwoordigt hij de openbare macht. De Staat draagt verantwoordelijkheid voor het schenden van verplichtingen verbonden aan openbare functies zoals bepaald in artikel 34 van de Duitse Grondwet en artikel 839 van het Duits Burgerlijk Wetboek ("Aansprakelijkheid voor het schenden van verplichtingen bij de uitoefening van zijn functies").
Voorstel tot hervorming van het beroep van gerechtsdeurwaarder
Op 24 maart 2010 heeft de Bondsraad een voorstel tot hervorming van het beroep van gerechtsdeurwaarder ingediend (BT-Drucks. 1/1225).
In de toekomst zouden de opdrachten van de gerechtsdeurwaarder niet langer uitgevoerd worden door een ambtenaar, maar door privébedrijven die een soort " dienst-prestatie " zouden leveren onder toezicht van de Staat.
Volgens het voorstel kan de schuldeiser kiezen tussen verschillende personen die met elkaar in concurrentie staan.
Voor een wijziging van een dergelijk belang is een grondwetswijziging vereist. Hiervoor is een 2/3 meerderheid in de Bondsraad nodig. De oppositiepartijen hebben reeds hun weigering deze hervorming goed te keuren aangekondigd. Bijgevolg lijkt het weinig waarschijnlijk deze meerderheid te vinden. Het is dan ook weinig waarschijnlijk dat dit voorstel in de nabije toekomst nader zal worden uitgewerkt.
Voor het ogenblik ijvert de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders van Duitsland voor een hervorming binnen het bestaande systeem, meer bepaald het systeem waarbij de deurwaarder het statuut van ambtenaar heeft. De Kamer richt haar pijlen meer bepaald op een overdracht van bevoegdheid inzake beslag op schuldvorderingen. Deze hervorming blijkt dringend noodzakelijk om succesvolle uitvoeringen te garanderen.
Wet betreffende de hervorming van het opsporen van vermogen bij een gedwongen uitvoering van 29 juli 2009 (BGBL.2009 I,2258ff)
Deze wet treedt in werking op 1 januari 2013. Bij deze wet krijgt de gerechtsdeurwaarder ruimere bevoegdheden. De wet schept meer bepaald de mogelijkheid opzoekingen te verrichten naar het vermogen van de schuldenaar indien deze laatste zou weigeren de gevraagde inlichtingen te verschaffen. In dat geval zal de deurwaarder gegevens kunnen bekomen over bankrekeningen en eigendom van voertuigen.
De mogelijkheid tot het opsporen van goederen van de schuldenaar zal van bij het begin van de uitvoeringsprocedure worden aangevraagd. De gerechtsdeurwaarders zullen een lijst van schuldenaren bewaren en instaan voor het verstrekken van uittreksels hieruit.
De uitvoeringsrechtbank
De uitvoeringsrechtbank is bevoegd voor de gedwongen uitvoering van een geldelijke schuldvordering op onroerend goed (voorlopige bewindvoering en gedwongen openbare verkoop), evenals op roerend goed (beslag op een schuldvordering (Forderungpfändung), plicht tot afgifte, andere rechten).
Artikel 764 Uitvoeringsrechtbank " (1) De aan het gerecht toegewezen verzoeken tot uitvoeringshandelingen en aanhorigheden behoren tot de bevoegdheid van het kantongerecht in zijn hoedanigheid van uitvoeringsrechtbank.
(2) Voor zover de wet er niet anders over beschikt, is de bevoegde uitvoeringsrechtbank, het kantongerecht van de plaats waar de uitvoering zal plaatsvinden of plaats gevonden heeft.
(...) "
Zoals bepaald in artikel 764 is de rechtbank bevoegd voor de uitvoering, het kantongerecht van het kanton waar de gedwongen uitvoering zal plaatsvinden of plaats heeft (gevonden).
Artikel 828 regelt de bevoegdheid van de uitvoeringsrechtbanken. Deze zijn bevoegd voor uitvoeringen op schuldvorderingen en andere vermogensrechten. Het betreft het kantongerecht optredend als uitvoeringsrechtbank.
Net zoals de gerechtsdeurwaarder, heeft de uitvoeringsrechtbank ook nog andere bevoegdheden naast deze opgesomd in de artikelen 828 tot 863. Om deze reden bevatten de artikelen 764 en 765 algemene bepalingen.
" Als uitvoeringsrechtbank is het kantongerecht van het kanton waar de woonplaats van de schuldenaar gelegen bevoegd, en anders, van het kanton waarbinnen volgens § 23 tegen de schuldenaar opgetreden kan worden."
Voor wat de territoriale bevoegdheid betreft, gelden de regels van Algemene territoriale bevoegdheid (Artikelen 13 tot 19a ZPO).
Voor onroerende goederen, en meer bepaald de inschrijving van een hypotheek tot zekerheid, is de hypotheekbewaarder bevoegd (zie punt IV). Dit geldt niet voor de voorlopige bewindvoering en de gedwongen openbare verkoop waarvoor uitsluitend de uitvoeringsrechtbank bevoegd is (artikel 1 I ZVG): " Voor de gedwongen openbare verkoop en het gedwongen voorlopig bewind betreffende een onroerend goed, is het kantongerecht van de plaats waar het goed gelegen is, de bevoegde uitvoeringsrechtbank.
De rechtbank van eerste aanleg (artikelen 887, 888, 890) (das Prozessgericht des ersten Rechtszuges)
De rechtbank van eerste aanleg is bevoegd voor de gedwongen uitvoering van een uitvoerbare titel houdende een verplichting tot het stellen, het dulden of het nalaten van een bepaalde handeling. De rechtbank van eerste aanleg bevoegd inzake uitvoering is de rechtbank die geoordeeld heeft over de grond van de zaak, m.a.w. de rechtbank die de uit te voeren beslissing genomen heeft.
De rechtbank van eerste aanleg heeft bevoegdheid inzake verplichtingen intuitu personae die de schuldenaar persoonlijk moet uitvoeren (unvertretbare Handlungen) en verplichtingen intuitu pecuniae die kunnen worden uitgevoerd door een derde (vertretbare Handlungen):
1. Verplichtingen intuitu pecuniae die door een derde kunnen worden uitgevoerd
Artikel 887 ZPO
Artikel 887 " (1) Als de schuldenaar de verplichting tot het stellen van een handeling die door een derde uitgevoerd kan worden, niet nakomt, kan de schuldeiser op zijn verzoek door de rechtbank van eerste aanleg gemachtigd worden de handeling op kosten van de schuldenaar te laten uitvoeren.
(2) De schuldeiser kan onmiddellijk verzoeken de schuldenaar te veroordelen tot voorafbetaling van de kosten om de handeling te laten uitvoeren, onverminderd zijn recht terugbetaling te vorderen van eventuele meerkosten.
(3) Bovenstaande bepalingen zijn niet van toepassing op de gedwongen uitvoering van de verplichting tot teruggave of afgifte van een goed.
Volgens artikel 887 kan de rechtbank de schuldeiser machtigen de verplichtingen van de schuldenaar op diens kosten door een derde te laten uitvoeren. De bevoegde rechtbank is de rechtbank van eerste aanleg (artikel 887 I).
Het verloop van een gedwongen uitvoering
Artikel 891 1e zin " De beslissingen genomen op grond van de §§ 887 tot 890 gelden als besluit (Beschluss) "
Hierbij oordeelt de rechtbank over een procedurele kwestie na een schriftelijke procedure op grond van de stukken van het dossier, zonder mondelinge debatten (of na facultatieve debatten). De schuldenaar wordt wel gehoord voordat de rechtbank een beslissing neemt (artikel 891 2e zin).
Aangezien het gaat om een verplichting die door een derde kan worden uitgevoerd, kan de rechtbank het verzoek van de schuldeiser verwerpen of inwilligen. In het laatste geval kan de schuldeiser de verplichting laten uitvoeren door een derde op kosten van de schuldenaar. Hij kan tegelijk verzoeken de schuldenaar te veroordelen tot het voorschieten van de kosten (artikel 887 II).
Zoals bepaald in artikel 892, kan de schuldeiser beroep doen op een gerechtsdeurwaarder wanneer de schuldenaar zich verzet tegen de uitvoeringsmaatregelen, ofwel wanneer de schuldenaar zich niet houdt aan de verplichting tot het dulden van een bepaalde handeling (Duldungspflicht).
Rechtsmiddelen
Overeenkomstig artikel 793 kan tegen beslissingen in uitvoeringsprocedures zonder mondelinge debatten onmiddellijk beroep (sofortige Beschwerde) worden aangetekend. Dit beroep staat open voor zowel de schuldeiser als de schuldenaar.
Daarnaast kunnen, gezien artikel 892 de mogelijkheid tot het inroepen van een deurwaarder voorziet, schuldeiser en schuldenaar een tekortkomen in de wijze van uitvoering opwerpen (Vollstreckungserinnerung).
2. Verplichtingen in personae die de schuldenaar persoonlijk dient uit te voeren
Artikel 888 ZPO
Artikel 888 Verplichtingen in personae die de schuldenaar persoonlijk dient uit te voeren " (1) Wanneer een handeling niet door een derde uitgevoerd kan worden en de uitvoering ervan uitsluitend afhangt van de wil van de schuldenaar, kan de rechtbank van eerste aanleg op verzoek van de schuldeiser toestaan dat aan de schuldenaar een dwangsom wordt opgelegd, en in het geval dat deze niet geïnd kan worden, dwangmiddelen tegen de persoon van de schuldenaar toestaan. De dwangsom kan het bedrag van 25.000 euro niet overstijgen.
(...). "
In het geval dat de verplichting een bepaalde handeling te verrichten niet door een derde kan worden uitgevoerd, kan de schuldeiser niet zelf de uitvoering door een derde laten verrichten, maar worden dwangmiddelen ingezet (dwangsom (Zwangsgeld) of dwangmiddelen tegen de persoon van de schuldenaar (Zwangshaft)).
Deze vorm van gedwongen uitvoering is slechts mogelijk wanneer de uitvoering uitsluitend afhangt van de wil van de schuldenaar. Dit kan wanneer de uit te voeren handeling bij voorbeeld specifieke technische kennis vereist waar de schuldenaar niet over beschikt (de bewijslast ligt bij de schuldenaar).
Artikel 888 III stelt dat voorgaande bepalingen niet van toepassing zijn in het geval van een veroordeling tot het presteren van diensten in het kader van een arbeidsovereenkomst.
Het verloop van de uitvoering
" Voor de uitspraak van de beslissing wordt de schuldenaar gehoord " (artikel 891 2e zin). De rechtbank van eerste aanleg legt een dwangsom of dwangmiddel op (artikel 888 I), de schuldenaar wordt niet gewaarschuwd voor het dwangmiddel.
3. De gedwongen uitvoering van de verplichting tot nalaten of dulden
In artikel 890 I, is bepaald dat de rechtbank van eerste aanleg een geldboete (Ordnungsgeld) (maximum 250.000 euro) of een gevangenisstraf (Ordnungshaft) kan opleggen.
Ook in dit geval kan de schuldeiser beroep doen op een deurwaarder voor het geval de schuldenaar zijn verplichting niet nakomt (artikel 892).
Wat dient men te verstaan onder verplichting tot nalaten? Het kan bijvoorbeeld gaan om een uitvoerbare titel die een verplichting tot nalaten bevat, terwijl de schuldenaar toch zou kunnen handelen.
De verplichting iets te dulden is een variante van de verplichting tot nalaten. In dit geval is de debiteur eveneens verplicht iets niet te doen, in die zin dat hij de handelingen van een derde moet "verdragen".
Overeenkomstig artikel 890 II, kan de procedure niet worden uitgevoerd dan nadat de schuldenaar een waarschuwing (Androhung) heeft gekregen met vermelding van de uitvoeringsmaatregelen.
De rechtbank oordeelt vrij een geldboete of een gevangenisstraf op te leggen, de schuldeiser dient geen voorkeur uit te spreken. De geldboete of gevangenisstraf wordt ambtshalve uitgevoerd.
Duidingen bij de terminologie
Strafmaatregelen met het oog op het herstellen van de " orde " (Ordnungsmittel) : deze maatregelen dragen bij tot het behoud van de orde in de rechtbanken en het goede verloop van een procedure. Artikel 890 geeft een bijzondere draagwijdte aan deze maatregelen. Ingevolge dit artikel kunnen deze maatregelen worden ingezet voor het verzekeren van de goede afloop van burgerlijke uitvoeringsprocedures in het geval de schuldenaar een verplichting tot nalaten of dulden, dient na te leven.
Als de schuldenaar zijn verplichting schendt ondanks " het dreigement " (Androhung) van een strafmaatregel, kan de rechtbank hem veroordelen tot een geldboete (Ordnungsgeld) of een gevangenisstraf (Ordnungshaft).
De uitvoering gebeurt ambtshalve.
Deze maatregelen mogen niet verward worden met de dwangmiddelen (Zwangsmittel). Volgens artikel 888, worden de dwangsom en het dwangmiddel tegen de persoon, opgelegd indien de schuldenaar een verplichting die hij persoonlijk dient uit te voeren, weigert te voltrekken.
4. Wilsverklaring
Artikel 894 Fictieve wilsverklaring " Wanneer de schuldenaar veroordeeld wordt tot het afleggen van een wilsverklaring, wordt de verklaring geacht afgelegd te zijn zodra de beslissing in kracht van gewijsde is getreden. Is de wilsverklaring afhankelijk van een tegenpartij, dan treedt deze in werking, zodra een uitgifte zoals bepaald in de §§ 726 en 730 van de beslissing bekomen is.
Artikel 894 regelt de wilsverklaring op een snelle en eenvoudige wijze. Deze wordt geacht afgelegd te zijn zodra de beslissing in kracht van gewijsde is getreden. Zoals bepaald in de titel van artikel 894 betreft het een fictieve wilsverklaring.
Artikel 894 is slechts toepasbaar op gerechtelijke beslissingen (Beschluss) die in kracht van gewijsde zijn getreden. Hieruit volgt dat bijvoorbeeld beslissingen die geen kracht van gewijsde hebben wel een verplichting kunnen bevatten maar geen wilsverklaring. In dat geval moet de schuldenaar handelen conform de bepalingen van artikel 888.
De hypotheekbewaarder (Grundbuchamt)
De hypotheekbewaarder is een openbare instelling die het hypotheekregister bewaart. Volgens artikel 1 van de Duitse wet betreffende het bewaren van het hypotheekregister en de openbaarheid van grondgegevens (GBO), wordt het hypotheekregister bewaard op het kantongerecht (de hypotheekbewaarder).
Overeenkomstig artikel 866, vindt de dwanguitvoering op onroerend goed plaats door het inschrijven van een hypotheek tot zekerheid voor zover de geldelijke schuldvordering meer dan 750 euro bedraagt (artikel 866 III). De schuldeiser kan vragen deze hypotheek tot zekerheid te laten overschrijven in het hypotheekregister (artikel 867). Hiervoor is de ambtenaar van justitie belast met bepaalde jurisdictionele bevoegdheden (Rechtspfleger) (§ 3 Nr. 1h RPflG) bevoegd.
Na de overschrijving van de hypotheek zijn de bepalingen van het Duits Burgerlijk Wetboek (BGB) van toepassing (artikelen 1184 e.v.). Met deze inschrijving is de gedwongen uitvoering nog niet voltooid. De schuldeiser kan een verzoek tot openbare verkoop of voorlopige bewindvoering instellen en zo overgaan tot de tegeldemaking van het goed. De schuldenaar kan zich verzetten tegen het verzoek tot uitvoering van de schuldeiser (artikel 767 acties van de schuldenaar die zich op grond van middelen over de grond van zaak verzet tegen een gedwongen uitvoering Vollstreckungsbawehrklage).
Uitvoeringsmaatregel |
Uitvoeringsorgaan |
||||
---|---|---|---|---|---|
Geldelijke schuldvordering |
Op onroerend goed |
|
Hypotheekbewaarder of uitvoeringsrechtbank |
||
Op roerend goed |
Op materiële goederen art. 808-827 |
Gerechtsdeurwaarder |
|||
Op schuldvorderingen en andere rechten art. 828-863 |
|
Uitvoeringsrechtbank |
|||
Verplichting tot het stellen of nalaten van een bepaalde handeling |
Verplichting in pecuniae |
Afgifte van voorwerpen |
Roerend goed art. 883 e.v. ZPO |
Gerechtsdeurwaarder |
|
Onroerend goed art. 885 ZPO |
Gerechtsdeurwaarder |
||||
Andere verplichtingen tot het stellen van een bepaalde handeling |
Toelating aan de schuldeiser de verplichting te laten uitvoeren door een derde op kosten van de schuldenaar art. 887 ZPO |
Rechtbank van eerste aanleg |
|||
Verplichting in personae |
Wilsverklaring art. 894-898 ZPO |
Rechtbank van eerste aanleg |
|||
Andere verplichtingen tot het stellen van een handeling art. 888 ZPO (dwangsom of dwangmiddel op de persoon) |
Rechtbank van eerste aanleg |